Oprichting: NK 11-9-1941: Toetreding NKB, afd. Den Haag.
Naamgeving: Door Vriendschap Sterk.
Velden: Van Tuylstraat
Opheffing: 50 jaar Haagse KorfbalBond 1919 – 1969: In 47/48 werd "D.V.S. " na zes jaren opgeheven
Korfbalvereniging "Door Vriendschap Sterk" (D.V.S.)
Van deze vereniging ben ik lid geweest vanaf lente 1943 tot de Hongerwinter er een eind aan maakte. De vereniging was de rooms-katholieke beginselen toegedaan, wat betekende dat er elke eerste zondag van de maand een Hoogmis werd bijgewoond door de leden, gewoonlijk in de Kerk aan de Hobbemastraat. Waarom juist deze kerk is mij niet duidelijk. Er werd per post elke maand nog een schriftelijke herinnering gestuurd. De jeugdleider, met wie ik het meest te maken kreeg was Desiré Naessens . Hij woonde aan de Trekweg, thans Bontekoekade, op nummer 8 in het huis "Steenoord"alwaar hij een technisch bureau had en op de bovenverdiepingen had hij zijn woongedeelte. Hij was vermoedelijk van Belgische origine of stamde af van een Belgische vader. Hij was een prettige jeugdleider en had veel over voor de vereniging. Als er nieuwe jeugdleden zich meldden, nam Naessens altijd de moeite eerst een onderhoud met de ouders te hebben om de ging van zaken in de vereniging te bespreken alvorens het nieuwe lid werd ingeschreven. Hij had een klein zoontje, dat hij veelal meebracht, dat net als zijn vader Desiré heette, maar gewoonlijk Dé-tje werd genoemd.
De vereniging speelde op een veld van het sportcomplex aan de van Tuijlstraat-Hoekwaterstraat, in Voorburg . Direct na de ingang was een huisje waar een controleur de verenigingskaart moest zien anders moest er betaald worden voor de toegang. Dan was er rechts een grote sporthal, die aan een lange zijde geheel open was. Op het vrij ruime plein ervoor zou een tribune worden gebouwd, maar door de oorlogsomstandigheden was dat er nog niet van gekomen en het was oorlog, dus er kon maar weinig. ln die hal waren ook de dameskleedkamers gelegen en voor de heren was dat wat verder na de ingang, rechts op het tegelpad. Links was een muur over de volle lengte van het kleedkamergebouw. De speelvelden waren wat dieper gelegen en in het midden van het tegelpad was een brede trap naar de speelvelden. Het speelveld van DVS was langs de muur gelegen als eerste speelveld. Als er voetballer op weg naar hun speelveld de trap afkwamen moesten zij altijd om het speelveld van DVS lopen, maar ze staken vaak rechtuit over terwijl er toch gespeeld werd. Doordat er toen nog op drie vakkenvelden werd gespeeld was er, als de bal in een ander veld was, veelal gedacht dat er niet gespeeld werd en moesten ze erop worden gewezen dat het in strijd met de orderegels was wat zij deden. Er mochten ook geen kalklijnen worden getrokken dus moesten er lange lijnen worden aangebracht met behulp van afgekeurde brandweerslangen.
Het tenue van de vereniging was korte blauwe broek voor heren en jongens en een sportrokje voor de meisjes en dames. Het shirt was wit met op het linkse deel een geel/wit wapen door een diagonale lijn in tweeën gedeeld van rechts boven naar links onder en op de lijn de letters DVS in blauw. De tenues werden niet al te streng beoordeeld, want huishoudtextiel was op de bon en het kostte toch wel wat textielpunten van de distributiekaart om een shirt aan te schaffen. Maar als het er redelijk op leek mocht je er ook in sporten. Sportschoenen waren al evenmin te krijgen zonder bon, maar die moesten in een met redenen omkleed verzoek bij de distributiedienst worden aangevraagd. Er is toen besloten om op blote voeten te spelen, wat ook van de tegenpartij werd gevraagd als bleek dat zij op geschoeide voeten zouden spelen. Omdat de schaarste geleidelijk groter werd moesten we er ook genoegen mee nemen dat je niet meer kon douchen. Er werd voor het stoken van de warmwaterinstallatie geen brandstof meer verstrekt. We konden wel de voeten wassen in koud water. De jeugd werd op zondag getraind en in de zomer ook op woensdagavond. Maar bij regenachtig weer ging het trainen niet door. ln de grote sporthal konden wij niet trainen, want er werd door de vereniging niet voor betaald. Dus een lege hal en de sporters naar huis door de regen. En door de vingers zien, nee dat heb ik nooit meegemaakt. De vereniging schreef ook in op de zogenaamde atletiekdagen die in de zomer georganiseerd werden door andere Haagse verenigingen. Er werd meestal op loopnummers en hoogspringen geoefend als niet direct met korfbal gerelateerd waren.
Daarnaast werd er "sneldoelen en raamplaatsen" toegevoegd. Sneldoelen hield in dat een deelnemer met de bal binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk de bal door de korf diende te werpen en voor raamplaatsen moest de deelnemer door een raam van een vierkante meter rechtstandig geplaatst op een afstand van twee meter, proberen in een te voren aangekondigd aantal pogingen de bal door het raam te plaatsen vanuit stilstand . Er waren voor junioren nog enkele andere onderdelen, maar voor mij werden die als te zwaar beoordeeld. .Het waren altijd wel leuke dagen. Op een dag dat we op het veld gingen trainen kwamen de dames uit de kleedkamer en vertelden dat de vloer van de sporthal geheel beroofd was van de vloerbedekking, die bestond uit hard houten blokken, zoals ze ook wel in tramsporen werden gebruikt. Het was een begin van het zoeken van brandbare waren, die in de plaats van kolen voor kook- en verwarmingsdoeleinden niet langer per bon werden verstrekt. Geleidelijk aan werd er steeds minder mogelijk. Jonge mannen, die de kans liepen naar Duitsland te worden gezonden als ze zich vertoonden in de openbaarheid en dus onderdoken, lieten een lege plek na die moeilijk was op te vullen.
De ligging van het speelveld liep ook gevaar vanwege de Engelse vliegtuigen die vrijwel dagelijks het Bezuidenhout onder vuur namen of bommen afwierpen omdat op het rangeergedeelte van het Staatsspoor (nu dus Centraal Station den Haag) van alles werd aangevoerd om de V2 bommen, gevechtsklaar te maken. Die werden dan afgeschoten in het Haagse Bos, dat toen geheel was afgesloten. Later werden op een aantal plaatsen elders in en rond de stad, V2 projectielen gelanceerd. De oorlog deed zich steeds meer gevoelen bij de bevolking door de slechte en ontoereikende voeding. De leiding van de vereniging besloot toen in het koude jaargetijde een vervangende trainingsmogelijkheid te bieden. Er werd bij een school in het Bezuidenhout een gymnastieklokaal gehuurd, waarin wij op zaterdagmiddag konden trainen. Vaak kwam er iemand die ons oefeningen liet doen, maar soms daagde er niemand op en moesten we zelf maar wat zien te doen dat zinvol voor het behoud van de conditie was. Maar ook daarom werd door het steeds gevaarlijker worden vanwege de luchtaanvallen op het nabijgelegen station en spoorcomplex besloten ook die vervangende oefengelegenheid te sluiten omdat het niet langer verantwoord leek voor de leiding van de vereniging.
Toen op 3 maart 1945 het bombardement op het Bezuidenhout plaatsvond bleek eens te meer dat de voorzichtigheid van het bestuur niet overdreven was geweest. Kort na het bombardement ben ik naar Groningen geëvacueerd en in een pleeggezin liefdevol opgevangen en ben tot na de bevrijding daar gebleven en op 29 juni 1945 weer in het ouderlijk huis teruggekeerd. Na de oorlog, toen alles weer normaal begon te worden al ging het soms wat traag, heb ik van de vereniging geen bericht meer gekregen van het hervatten van het sportgebeuren. lk moest mij, na de hoogste klas van de lagere school vrijwel volledig te hebben gemist, gaan inspannen om een goede toekomst te gaan opbouwen en maakte het korfbal niet langer deel uit van mijn bestaan. Maar ik heb het altijd een leuke periode in mijn leven gevonden en kijk er daarom met veel plezier op terug.
Piet Hoogduin